Monique van KINDEREN volgt een mini-cursus ‘organizing’
Twee kinderen, allebei een baan en toch alles onder controle?
uit Kinderen, Monique Nelis, april 2003
‘s Ochtends tussen negen en half tien komt ze op de redactie binnen: chefredacteur Monique. Met het zweet op haar voorhoofd van het vele haasten. Ze heeft dan al een discussie gevoerd met haar peuterzoon over het ontbijt, er al een zoektocht naar schoentjes opzitten, al haastig allerlei speelgoed terug in de kast gepropt… Hoog tijd voor een mini-cursus van een professionele organizer!
7.15 uur Samen ontbijten. 8.00 uur De deur uit. 8.05 uur Met rijstwafel op weg naar de crèche. 17.30 uur Nog even televisie-kijken voor het eten. 18.00 uur De avondspits is begonnen! Het is maandagochtend half negen. Nog een uur en Manita Overweg staat voor onze deur. Manita is Professional Organizer. Professional Organizers begeleiden mensen bij de organisatie van hun huishouding, administratie of werkplek – zowel qua ruimte als qua tijd – om de zaken beter op de rit te krijgen. In mijn geval zal Manita tips gaan geven hoe ik als moeder van een dreumes en een peuter mét een drukke baan van vier dagen het hoofd boven water hou. Ik kijk eens kritisch om mij heen. Besluit nog even snel wat in huis op te ruimen. Om te voorkomen dat Manita straks in de gang al over de kinderschoenen struikelt. Veel tijd heb ik niet meer, dus prop ik het een en ander nog even snel in kasten. Kastdeuren dicht . Zo dat ziet er al een stuk opgeruimder uit. Laat Manita nu maar komen! “Lekker ruimtelijk ingericht”, is haar eerste reactie, als ze even later onze woonkamer binnenstapt. Dat is alvast één pluspunt, denk ik. Manita vertelt waarom ruimte belangrijk is: “Ruimte in de omgeving leidt vaak tot ruimte in je hoofd.” Eén van mijn eerste vragen aan Manita – zelf moeder van drie kleintjes – luidt: “Je leven goed organiseren, kun je dat eigenlijk wel leren?” Volgens haar kan dat: “Je richt je op de dingen die niet goed gaan en kijkt hoe je die kunt ombuigen.” Onthaasten, ‘time-shiften’: daar draait het om. Manita: “Je kijkt hoe je jezelf de mogelijkheid kunt geven om te genieten in plaats van te overleven. Want het belangrijkste is uiteindelijk toch dat je van elkaar geniet.”
Nog vroeger opstaan? Liever niet! Om mij te kunnen adviseren, moet Manita eerst weten hoe wij ons leven georganiseerd hebben. Hoeveel dagen werk ik? En hoeveel dagen werkt Ronald, mijn vriend? Hoe is de opvang van onze kinderen geregeld? Wie brengt de kinderen naar het kinderdagverblijf? Wie haalt ze op? Wie doet de boodschappen en wie kookt er? Wij hebben het nog helemaal niet zo slecht geregeld, vind ik zelf. Ronald en ik werken allebei vier dagen, Vincent en Julia gaan drie dagen naar het kinderdagverblijf. Ik breng en Ronald haalt meestal. Boodschappen doen we in het weekeinde en op onze vrije dag. Ronald kookt, we eten met elkaar, de één ruimt op, de ander doet de kinderen in bad en brengt ze naar bed. Daar komt het in grote lijnen op neer. Maar nu de knelpunten. Waar loopt het spaak? Ik hoef daar niet zo lang over na te denken. Het lukt me ‘s ochtends maar niet om op tijd op de redactie te zijn. Ben ik eindelijk op mijn werk aangekomen, dan staat vaak het zweet op mijn voorhoofd van het haasten en voelt het alsof ik er al een hele dag op heb zitten. Een heleboel ochtendstress is echter gemakkelijk te voorkomen, volgens Manita. “Doe zoveel mogelijk de avond tevoren: leg bijvoorbeeld alle kleding voor de volgende dag alvast klaar. Oudere kinderen willen vaak zelf bepalen wat ze aantrekken: laat ze de avond tevoren kiezen uit twee kledingstukken, niet meer. Dat heet ‘pro-actief handelen’; je voorkomt daarmee dat er sores ontstaan. Probeer je kinderen ook zo zelfstandig mogelijk te maken. Laat je kind zichzelf wassen en aankleden. Kinderen kunnen vaak meer zelf dan je denkt.” Bij mij gaat het ‘s ochtends mis bij de boterham van Vincent. Over het wegkauwen van een paar hapjes brood doet hij bijna een uur. Tot een paar maanden geleden was er ‘s ochtends geen vuiltje aan de lucht. Toen kreeg Vincent net als Julia ‘s morgens nog gewoon een fles pap. Ook al mocht die fles volgens het boekje van het consultatiebureau al lang niet meer. Die pap klokte hij zo naar binnen en dat gaf mij het gerustgestelde gevoel dat hij in ieder geval alvast iets fatsoenlijks in zijn maag had. Tot we besloten dat hij toch écht te groot voor die papfles werd. En overgingen op de boterham. Die we dus hapje voor hapje bij hem naar binnen moeten praten. Want veel liever speelt hij met zijn dino’s die hij in een onbewaakt ogenblik in rijen van drie naast zijn bord opstelt. Nog vroeger opstaan, zoals Manita oppert, vind ik geen goed idee: half zeven vind ik al zo vroeg…! Ook voel ik niet voor haar voorstel om hem maar weer gewoon pap uit een fles te geven. Haar andere suggestie lijkt me wel wat: om hem eens iets anders te geven in plaats van brood. Iets wat hij misschien veel lekkerder vindt en dus ook sneller zal opeten. Fruit bijvoorbeeld. Of yoghurt of melk met muesli. Manita: “Ga op zoek naar een manier waarop hij sneller eet zónder dat het jou energie kost.”
Elke ochtend vastte prik: kinderschoentjes zoeken! Wassen en aankleden doe ik altijd boven. Eerst mezelf, dan Vincent en dan Julia. Als iedereen helemaal spic en span is, gaan we naar beneden om te ontbijten. Manita stelt voor om Julia voortaan beneden te wassen en aan te kleden. “Je kunt veel meer combineren. Terwijl je Julia wast en aankleedt, zet je Vincent alvast aan zijn ontbijt. Zo heeft hij daar meer tijd voor. Ook tanden poetsen kun je gewoon beneden doen. Dat scheelt je weer een loopje naar boven.” Ze rekent me voor: “Trek drie kwartier uit voor het ontbijt. Dan heb je nog een kwartier speling. Je moet niet alles vol plannen, dan gaat het snel mis. Ook belangrijk: vertel het je kinderen als je om de een of andere reden gehaast of gestresst bent. Voelen ze dat je gespannen bent, maar weten ze niet waarom, dan worden ze vaak juist tegendraads of rekenen ze het zichzelf aan.” Nu ik er zo over nadenk, verlies ik iedere morgen ook best veel tijd aan het zoeken naar schoentjes. En aan het opruimen van al het speelgoed dat onze twee schatjes op de valreep nog uit de kast hebben getrokken. De dagelijkse zoektocht naar de schoentjes is volgens Manita eenvoudig te voorkomen. “Zorg voor een vaste opbergplek voor schoenen, een plek waar je kinderen zelf bij kunnen. En leer ze zélf hun spullen op te ruimen. Alles wat ze zelf opruimen, kunnen ze ook weer zelf terug vinden.” En hoe voorkom ik dat ik ‘s ochtend nog een speelgoedberg moet opruimen? Manita: “Bij mij thuis geldt de regel: ‘s ochtends spelen we niet, maar doen we wat we moeten doen.” En wat doe ik met een eigenwijze peuterzoon die per se (persé?) zijn ‘buitenspeeljas’ vol modder naar de crèche aan wil en een even eigenwijze dreumesdochter die vindt dat én beer én konijn én muis en liefst ook nog pop beslist mee naar het kinderdagverblijf moeten? Manita: “Bedenk of je de strijd wilt aangaan. Of het de moeite waard is. Zo nee, laat dan. Zo ja, zorg dan dat je die strijd wint! Wees dan heel resoluut.”
Go with the flow! Van de ochtendspits gaan we naar de avondspits. Manita: “In veel gezinnen is het rond zes uur spits: er moet gekookt en gegeten worden, daarna moeten de kinderen naar bed.” Ik weet er alles van. Op de dagen waarop we werken is het ‘s avonds dikwijls een race tegen de klok om de kinderen op tijd in bed te hebben liggen. Manita heeft allerlei tips voor me om de avondspits soepel te laten verlopen. “Heb je een vriezer? Maak voorraad. Erwtensoep bijvoorbeeld. Brood erbij en hup, je hebt weer een maaltijd!” En: “Zorg in ieder geval dat je een marge hebt om de dag leuk af te sluiten. Maak je kind op tijd ‘bedklaar’. Wacht je daar te lang mee, dan loop je het risico dat de stemming van je kind ineens omslaat en dan is het vervelend als er nog van alles moet gebeuren. Is je kind ‘bedklaar’ en is er tijd over, dan kun je nog een extra verhaaltje vertellen.” Tegelijkertijd is het volgens Manita ook belangrijk om te blijven relativeren: “Is zeven uur kinderbedtijd? Vraag je dan eens af voor wie dat belangrijk is: voor jou of voor je kind? Natuurlijk, kinderen moeten op tijd naar bed, maar het is geen ramp als het een keer een kwartiertje later wordt. Veel vrouwen zijn perfectionistisch op vlakken waarbij het niet hoeft. Het is goed om je dat te realiseren. Dan ben je vaak al op de helft.” Relativeren. Dat raadt Manita mij aan. Niet alleen op werkdagen, maar óók op vrije dagen. Manita: “Valkuil is dat je op je vrije dag gaat lopen overcompenseren. Je móet van jezelf die dag leuke dingen met de kinderen doen, boodschappen doen, lekker koken, je vriendin zien, naar de tandarts, je ouders bezoeken . Veel vrouwen met zorgtaken en zeker moeders met jonge kinderen voelen zich thuis oververantwoordelijk. Maar je kunt je maar op één ding tegelijk richten. Op je vrije dag moet je een ‘afspraak’ met jezelf maken of met je kinderen. Anders staat die vrije dag alleen maar in het teken van datgene wat je móet doen. Verlaag de druk. Vraag het je af: hoe belangrijk is het allemaal en heroverweeg vervolgens.” Daar zit wat in. “Go with the flow!”, zegt Manita. Dat klinkt leuk. Maar wat bedoelt ze daar mee? Manita: “Volg je eigen ‘innerlijk weten’: laat je leiden door wat je voelt en door wat er gebeurt. Maar laat je niet meesleuren door externe eisen, de waan van de dag of verwachtingen van anderen.”
Ik kan niet ontkennen dat bij het pakken van de Lego vaak ook ongevraagd minstens drie puzzels uit de speelgoedkast vallen
Dan is het tijd voor de rondleiding door ons huis. “Woon- en werkomgeving moeten goed georganiseerd zijn: dat bespaart tijd en energie”, aldus Manita. “Je doet het om je leven te veraangenamen.” Dat wil ik wel! Met mijn toestemming bekijkt Manita kamer voor kamer, kast voor kast. Oeps! De spullen die ik vanmorgen voor Manita’s komst haastig in verschillende kasten heb gepropt, komen er bij het openen van de deuren genadeloos uitrollen. Tot nu toe vond ik mezelf best ordelijk. Maar nu ik ons huis eens met andere ogen – Manita’s ogen – bekijk, weet ik het zo net niet! In de woonkamer valt het nog mee. “Heb je hier alles wat je vaak gebruikt? Telefoonboek? Videobanden?”, vraagt Manita. “Bewaar spullen dáár waar je ze gebruikt”, luidt haar tip. We komen bij de speelgoedkast van Vincent en Julia. Manita onderwerpt ‘m aan haar kritische blik. Ze is redelijk tevreden. Alle Lego is opgeborgen in een mand, daarnaast een stapel puzzels, alle boerderijdieren zitten bij elkaar in een speelgoedkoffer “Maar het moet níet zo zijn dat als je kinderen iets uit de kast pakken, ze van alles op hun hoofd krijgen”, merkt ze dan fijntjes op. Ik kan niet ontkennen dat er regelmatig bij het pakken van de Lego ongevraagd wat puzzels mee uit de kast komen zeilen. “Eventueel kun je nog wat meer speelgoedbakken kopen en die labelen. Doorzichtige bakken zijn ook erg handig, dan kunnen je kinderen in één oogopslag zien wat erin zit”, aldus Manita. Op naar de gang. “Esthetisch, maar niet praktisch”, vindt Manita. De gangkast is volgens haar niet functioneel ingedeeld. We zouden de ruimte daarin veel beter kunnen benutten. Ze raadt onder meer aan om in de kast een plankje te maken voor schoenen, op een hoogte waar Vincent en Julia zelf bij kunnen. Van de badkamer (“Zorg dat de kinderen zelf hun tanden kunnen poetsen. Zet een krukje neer. En maak een hoekje waar je de spullen van de kinderen opbergt en waar ze zelf bij kunnen”) gaan we naar onze slaapkamer waar ze in de linnenkast blikt. Manita: “De helft hiervan gebruik je niet. In zakken doen en achterin de kast proppen.” Daarna is de slaapkamer van Vincent aan de beurt. De inhoud van de kasten op zijn kamer moet hoognodig gereorganiseerd worden, zo blijkt. “Hij moet zelf bij zijn kleding kunnen”, zegt Manita. Dat is nu inderdaad niet het geval. De speelgoedlade onder zijn bed vindt Manita onhandig: te groot en te zwaar voor hem om zelf open te kunnen maken. Zijn leesboeken zitten nu nog in een ladekastje, waarvan de laden bijna bezwijken onder het gewicht ervan. “Laden zijn niet zo handig voor boeken, daar kun je beter onderbroeken en sokken in doen”, merkt ze terecht op. En die lade met wantjes, pantoffels die te klein geworden zijn en nog veel meer rotzooi? Manita: “Herverdelen of wegdoen!”
De waarheid is hard: iedere kast in ons huis is nodig aan restyling toe
De waarheid is hard: eigenlijk kan iedere kast in ons huis wel een restyling gebruiken! De tips van Manita zijn daarbij zeer bruikbaar. “Het gaat erom dat het ‘werkt’: dat het functioneel is, dat de ruimte goed benut wordt, dat je alles moeiteloos kunt vinden en ook weer opbergen; zorg dat alle spullen een eigen plek krijgen; soortgelijke spullen kunnen het beste bij elkaar opgeborgen worden; schaf opbergmandjes of dozen aan voor stapeltjes die snel omvallen, bijvoorbeeld washandjes, sokken, onderbroeken, zulke mandjes leveren overzicht, gebruiks- en schoonmaakgemak op; maak extra planken, voor meer gemak; geef ieder gezinslid een eigen kleur handdoeken of handdoeken met de eigen naam erop. Dat scheelt een hoop was!; leg de dingen die je het meest gebruikt op grijphoogte; label zoveel en duidelijk mogelijk.”
Helaas, het gaat me wéér niet lukken Het is dinsdagochtend. Ik breng een aantal adviezen van Manita meteen maar in praktijk. Alles loopt gesmeerd. We zijn keurig op tijd. Vincent en Julia staan met hun jasjes al aan klaar in de gang om naar de crèche te vertrekken. Maar wat ruik ik daar? Een poepluier? Oh nee toch! Julia? Met een stralende lach kijkt ze me aan. Ja dus. Het gaat me wéér niet lukken, vanmorgen. ‘Relativeren’, zeg ik tegen mezelf. Dan maar tien minuten later op mijn werk. En morgen, dan proberen we het gewoon weer opnieuw!
Dit doet een Professional Organizer Als je tips in je huis, rond je huishouding en dagelijkse planning kunt gebruiken; als de combinatie werk en zorg je moeite kost; of als je liever samen de handen uit de mouwen steekt om nu eens structureel orde op zaken te stellen, dan is begeleiding van een Professional Organizer wat voor jou. Manita Overweg van Utime Professional Organizing begeleidt mensen thuis en op het werk. Zij kan jou, net als in deze reportage, adviseren en op weg helpen. Je kunt ook meteen samen beginnen met organizen. Het fijne daarvan is dat je na afloop meteen concrete resultaten zult zien en dat je handvatten krijgt om vooruit te kunnen.
auteur: Monique Nelis
foto’s: Dorien van der Meer
uitgave: KINDEREN, april 2003, pag 48 – 52
overname van dit artikel is geschied na toestemming van de rechthebbende Jonge Gezinnen BV