Hoarding: verzamel- en bewaarzucht
Sumitra Otter, 2 januari 2012
“Al die papierrommel is een ramp”, klaagt Sanne de Jong. Haar vader, Jan, verzamelt en bewaart kranten en boeken. Alles interesseert hem en hij is dan ook echt van plan om het allemaal nog te lezen….. Ondertussen stapelt het papierwerk zich op in de studeerkamer en op zolder. Als je naar de computer moet die aan het eind van de studeerkamer staat, moet je eerst vijf stapels papier verplaatsen voordat je er bent. De kasten staan vol ongelezen boeken en de planken aan de muur staan krom onder het gewicht. “Vroeg of laat stort de boel in, dat kan ik je wel vertellen”, merkt Jannie de Jong op, de vrouw van Jan.
Jan de Jong is een hoarder of loopt op zijn minst de kans er een te worden. Jan is een chronische verzamelaar van kranten en boeken. Volgens Professional Organizer Manita Overweg kun je hoarders ook chronische bewaarders noemen. Ze hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze zo hechten aan spullen dat ze er teveel van hebben. Hoarding is een ingewikkelde stoornis waar de onderzoekers vanuit het medische, het psychologische en het psychiatrische veld met andere aannames werken. Er is geen vast beeld van een hoarder. Daarom richten Organizers zoals Overweg zich, vanuit respect voor de klant en samen met de klant, op de aanpak van de spullen. Daarbij zijn er twee graadmeters om de ernst van de situatie in te schatten: is het veilig? En: Is het functioneel?: “Als je in een keuken niet meer kunt koken, of in een badkamer niet meer kunt douchen, dan kun je samen de woonomgeving verbeteren. Als de veiligheid van de hoarder of van zijn omgeving in het geding is, dan móét er iets aan gedaan worden”, legt Overweg uit.
Als Professional Organizer probeert zij chronisch verzamelaars/ bewaarders te helpen. Deze hulp wordt meestal ingeroepen door de familieleden of de huisgenoten van de hoarder. De verzamelaar of bewaarder heeft er zelf vaak ook wel last van, maar niet zoveel dat hij zelf hulp inschakelt. “Een hoarder doet liever de gordijnen dicht dan dat hij er wat aan doet”, zegt Overweg. “De pijn van het loslaten van de spullen is groter dan de pijn van een (mogelijk) isolement.”
In het geval van Jan de Jong is het nog niet zo erg. Daar blijft de schade nog beperkt tot de studeerkamer en de zolder. Bij zijn vader die alleen woont, is het meer uit de hand gelopen. “Bij mijn schoonvader kun je niet eens fatsoenlijk koffie drinken. Overal stapels en ook de woonkamer is compleet volgebouwd. Volgens mij heeft ie voor zichzelf één stoel om op te zitten. We kunnen niet eens meer op bezoek”, vertelt Jannie. Manita Overweg vertelt dat hoarding ook erfelijk belast kan zijn. In dit geval is het waarschijnlijk dat Jan vroeger ook geen goed voorbeeld aan zijn vader heeft gehad. Overigens kan hoarding ook ontstaan door het gebruik van medicijnen. En bij andere hoarders ligt er een trauma van verlies of iets dergelijks aan de hoarding ten grondslag.
Dat het huis geen bewoonbare plek is, zegt op zichzelf niets over hoe sociaal een hoarder is. Pa de Jong staat ook altijd voor iedereen klaar. En ook Overweg ziet dat in haar praktijk: “Ik ben in mijn werk al veel hoarders tegengekomen en het zijn vaak hele sociale, fijne, creatieve mensen”.
Het is niet eenvoudig om de dwangstoornis tegen te gaan volgens Overweg. “De behandeling kost veel tijd, energie en geld. De resultaten blijven vaak maar minimaal. De ervaring leert dat de combinatie-aanpak van Organizing naast cognitieve gedragstherapie door een gedragstherapeut de hoarder het best helpt. Meestal houdt de hoarder veel spullen, maar zolang zijn woonomgeving veilig is en het enigszins functioneel is, dan zijn de belangrijkste doelen behaald.”
Hoarders zijn namelijk mensen die veel meer waarde en mogelijkheden in hun spullen zien dan andere mensen. Ze hebben moeite met het besluitvormingsproces om hun spullen weg te doen. Hier kunnen de familieleden ook een handje helpen. Bij elk nieuw item kunnen ze zich hardop afvragen of de hoarder wel realistisch bezig is. Heeft hij het wel echt nodig?
Dat is misschien ook wel wat voor de familie de Jong. Door begrip proberen te tonen en mee te denken over net aangeschafte producten kan de schade ingeperkt worden. “Dat is ook wel nodig”, vindt Jannie, “want de stapels papier zitten me letterlijk en figuurlijk tot aan het plafond.”
Met dank aan Manita Overweg van Utime Professional Organizing (www.utime.nl) uit Zoetermeer voor haar medewerking. Het voorbeeld is gebaseerd op verschillende praktijksituaties. Enige overeenkomsten met bestaande personen berusten op louter toeval.